Regering stelt verkeerde prioriteiten

‘Om het werk goed en effectief te kunnen blijven doen, moeten de diensten dan ook daar ‘zijn’ waar de informatie is.’ Dit stelt de AIVD op haar website. De WIV 2017 richt zich derhalve vooral op de mogelijkheden van inlichtingendiensten om meer informatie te vergaren. De vraag echter is of dáár nu wel het probleem ligt. ‘Zijn’ de diensten dan niet daar waar de informatie zich bevindt?

Het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten heeft al in 2015 opgemerkt dat de regering met betrekking tot de nieuwe interceptiebevoegdheid die de WIV 2017 mogelijk maakt niet goed heeft uitgelegd ‘waarom deze bevoegdheid noodzakelijk is, waarom de bestaande bevoegdheden niet in voldoende mate volstaan en welke (ernstige) problemen de voorgestelde bevoegdheid precies gaat oplossen’.

Dit is een belangrijke constatering, vooral gelet op het gegeven dat het bij het voorkomen van aanslagen veel vaker misgaat in de fasen die volgen op het vergaren van informatie. Politie- en inlichtingendiensten hebben doorgaans de informatie over verdachten in handen die ze nodig hebben, maar laten op andere momenten steken vallen.

Blunders

Neem nu de aanslag in de kerk van het Normandische dorp Saint-Étienne-du-Rouvray in 2016. Een Franse agent in de regio was te weten gekomen dat twee jihadisten van plan waren om daar een bloedbad aan te richten, maar een van zijn superieuren was druk met andere dingen. Overige verantwoordelijke gezagsdragers waren met vakantie, waardoor de tip onbenut bleef.

Dit voorval staat niet op zichzelf. Een jaar later liep het in Manchester in Groot-Brittannië op een vergelijkbare manier mis. De Britse politie en de geheime dienst MI5 wisten al eerder dat de dader, Salman Abedi, een potentiële terrorist was, maar het overleg om de vervolgmaatregelen te bespreken stond pas gepland op 31 mei 2017, negen dagen na de aanslag.

Maar zelfs als waardevolle informatie niet blijft liggen, hebben terroristen nog kansen om door de mazen van het net te glippen. Zo kan het gebeuren dat de benodigde informatie beschikbaar is, maar dat de dreiging simpelweg verkeerd wordt ingeschat.

Zo wist de Duitse politie dat Anis Amri, de man die in december 2016 met een vrachtwagen op bezoekers van een kerstmarkt in Berlijn inreed, zich in extremistische kringen ophield en gepoogd had om aan wapens te komen. Tevens had hij zich aangeboden voor het plegen van een zelfmoordaanslag. Voor de Duitse politie was dit alles evenwel geen reden om hem als een serieuze bedreiging te zien.

Ook dit geval is niet uniek. Zo oordeelde de Deense veiligheidsdienst PET dat Omar Abdel Hamid El-Hussein niet gevaarlijk was, terwijl men ervoor was gewaarschuwd dat de man in de gevangenis was geradicaliseerd. Twee weken na zijn vrijlating in februari 2015 maakte hij twee dodelijke slachtoffers bij schietpartijen in het centrum van Kopenhagen.

En dan zijn er nog de gevallen waarin de uitvoering van de vervolgmaatregelen niet deugt. Mehdi Nemmouche stond onder politiesurveillance toen hij in 2014 een aanslag pleegde in het Joods Museum in Brussel, en de veroordeelde jihadist Omar H. werd door de AIVD in de gaten gehouden, maar slaagde er toch in om naar Syrië af te reizen. Het ernstigste geval is de meervoudige aanslag van november 2015 in Parijs. Deze werd voorafgegaan door een foutenfestival waar het laatste woord nog niet over is gezegd.

Lessen leren

Het verijdelen van aanslagen is een proces dat meerdere fasen beslaat. Wat bovenstaande voorbeelden laten zien, is dat het probleem niet zozeer ligt in de fase van informatievergaring, waar de WIV 2017 over gaat. Met andere woorden, ook het overheidsoptreden rond aanslagen in andere landen maakt niet duidelijk ‘welke (ernstige) problemen de voorgestelde bevoegdheid precies gaat oplossen’.

Maar als dat nu het geval is, zou het dan niet logischer zijn om de mogelijkheden voor het verbeteren van de Nederlandse terrorismebestrijding ergens anders te zoeken dan in uitbreiding van de bevoegdheden van de AIVD en de MIVD? Zou het bijvoorbeeld niet beter zijn om na te gaan wat er nog gedaan kan worden ter voorkoming van de fouten die aanslagen elders in Europa mogelijk hebben gemaakt?

Regeren is prioriteiten stellen, en het is nu eenmaal zo dat daar soms ongemakkelijke keuzes voor nodig zijn. Echter, met de WIV 2017 stelt de overheid verkeerde prioriteiten. Door lessen te trekken uit aanslagen in andere landen moet het mogelijk te zijn om maatregelen te bedenken die minder ingrijpend zijn en meer opleveren.

Teun van Dongen

 

Verder lezen over regering stelt verkeerde prioriteiten

Inquiry into intelligence failures around French priest’s murder

Attacks in London and Manchester

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..

Berlin terror attack: Horrifying dashcam video shows truck speeding into Christmas market

Special Report: How Denmark’s unexpected killer slipped through the net

Brussels Jewish Museum shooting: suspect with Islamist links arrested

Had de jihadgang van Omar H. voorkomen kunnen worden?

Geheim rapport onthult hoe België de blunders opstapelde tijdens jacht op ISIS-terroristen

 

Comments are closed.